Een opstal is een bouwwerk; een door de mens op de grond geplaatst (gestald) object. Een schutting is een opstal maar zo ook een telefoonmast, verkeersbord en infrastructurele objecten waaronder bruggen, trappen en bestrating. In de praktijk wordt ook vaak de term onroerende zaken gebruikt als synoniem voor opstal. In dit artikel beschrijf ik letselschade door gebrekkige onroerende zaken.
Tijdelijke objecten waaronder dranghekken, keten en steigerwerk valt niet onder de opstal. Alle zaken die niet zonder schade verwijderd kunnen worden, waaronder plafonds en trapliften, vallen onder opstal. Zonnepanelen die middels klemmen, dus niet geschroefd, vastzitten op het dak vallen daardoor dus niet onder onroerende zaken maar zijn roerend goed.
Wanneer bent u aansprakelijk voor uw opstal?
Bezitters van onroerende zaken zijn aansprakelijk voor schade als deze is veroorzaakt door een gebrek in of aan het opstal. In artikel 6:174 van het burgerlijk wetboek is dit beschreven.
Wanneer is er sprake van gebrekkige onroerende zaken?
Er is sprake van een gebrek wanneer een opstal, in de gegeven omstandigheden, niet voldoet aan de eisen die men daaraan mag stellen en daardoor dus een gevaar oplevert voor een persoon of een zaak. Een dakgoot die omlaag komt is met recht een gebrekkige opstal veroorzaakt door gebrekkig onderhoud, tenzij het dak, onder invloed van een heftige storm de dag ervoor, beschadiging heeft opgelopen. Een deur die bij het openen uit zijn sponning valt of een dakpan die omlaag komt zal, onder normale omstandigheden, alleen mogelijk zijn door nalatigheid ten aanzien van het onderhoud van het opstal. In die gevallen is de bezitter van het opstal verantwoordelijk voor de geleden schade van de persoon of de zaak.
Wanneer heeft het gebrek de schade veroorzaakt?
De bezitter van een opstal is ook aansprakelijk wanneer een gebouw niet voldoet aan de wettelijke bouwvoorschriften, (brand)veiligheidsvoorschriften of wettelijke bepalingen voor arbeidsomstandigheden, die gericht zijn op het voorkomen van gevaar, en is het gebouw dus gebrekkig.
Wanneer leidt een gebrekkig gebouw tot aansprakelijkheid?
De wet ten aanzien van aansprakelijkheid van opstallen stelt dat de eigenaar aansprakelijk is bij schade door het gebruik zonder dat hem iets te verwijten valt. Dit heet risicoaansprakelijkheid. Zo kan de provincie nog steeds aansprakelijk zijn voor het letsel dat een motorrijder oploopt wanneer hij met zijn motor door een gat in de weg rijdt en zo ten val komt. Het feit dat de provincie regelmatig het wegdek op tekortkomingen inspecteert verandert niets aan de aansprakelijkheid.
Ondanks de risicoaansprakelijkheid is de bezitter niet altijd aansprakelijk voor alle schades die door of als gevolg van het opstal zijn veroorzaakt. Er is namelijk niet altijd sprake van een gebrek. Om te kunnen bepalen of iets een gebrek is moet bepaald worden of de bezitter iets verweten kan worden ten aanzien van de constructie, het gebruik of het onderhoud van het object. Verwijtbaarheid speelt een rol.
Vrijblijvend advies
Oorzaak gevolg
En als vast staat dat een opstal gebrekkig is, dan nog zal de benadeelde moeten aantonen dat de door hem of haar geleden schade enkel en alleen is veroorzaakt door dit gebrek. We spreke dan een oorzakelijk / causaal verband wanneer oorzaak en gevolg direct met elkaar verbonden zijn.
Hoe wordt dit oorzakelijke verband vastgesteld?
Als we het er over eens zijn dat de bezitter van het gebouw aansprakelijk is voor het gebrek aan de opstal dan is de schadevergoedingsplicht beperkt tot alleen die schade die ook daadwerkelijk het gevolg is van het gebrek aan het opstal. Gekeken wordt naar het type schade (letsel- of zaakschade), de mate van schuld en eigen schuld van het slachtoffer én de mate van voorzienbaarheid van het gevaar.
Aansprakelijkheid bij een gebrekkige onroerende zaak
De eigenaar of bezitter van de gebrekkige onroerende zaak is aansprakelijk, wanneer iemand hierdoor letsel oploopt (artikel 6:174 Burgerlijk Wetboek). De eigenaar of bezitter hoeft geen schuld te hebben aan het voorval. Wel speelt het een rol spelen of er al dan niet voldoende onderhoud is gepleegd. U kunt doorgaans zelfs de eigenaar aanspreken wanneer u medebezitter bent van de opstal.
In artikel 6:174 lid 4 BW wordt gedefinieerd wat onder een opstal moet worden verstaan:
- Gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken”. Uit de samenhang tussen lid 2 en lid 5 kan worden afgeleid dat ook openbare wegen, het weglichaam, de weguitrusting daaronder begrepen, gelden als opstal in de zin van artikel 6:174 BW.
- Een gebouw behoeft niet voltooid te zijn om onder de werking van artikel 6:174 BW te vallen. Waar het op aankomt is of het bouwsel naar aard en inrichting ertoe bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Tijdelijke hulpconstructies, bouwketen vallen dus niet onder dit artikel.
- Onder weguitrusting vallen voorwerpen die op, naast of boven de verkeersbaan zijn aangebracht en die dienen voor het verkeersgebruik. Gedacht kan worden aan vangrails, lichtmasten, reflectorpaaltjes, bewegwijzering, verkeersborden en –lichten.
- Ook onderdelen van een gebouw als liften, roltrappen, dakpannen, brandladders en riolen vallen onder artikel 6.174 BW.
- Belangrijk is bovendien dat artikel 6:174 BW enkel betrekking heeft op kunstmatige bouwsels! Bomen en alles dat behoort tot de natuur valt niet onder opstal.
Voorbeelden van zaken
- Tot val komen bij het struikelen over een verhoging op de vloer van een fitnesscentrum, aansprakelijkheid vastgesteld;
- Tot val komen door gladde natte houten vloer van het terras; aansprakelijkheid niet vastgesteld;
- Bekijk meer voorbeelden van zaken ten aanzien gebrekkige onroerende zaken.