In dit artikel bespreek ik een zaak waarbij de rechter oordeelt dat spoedeisend belang zwaarder weegt dan het restitutierisico. Allianz verzekeringen moet vanwege spoedeisend belang van de rechter 25.000 uitkeren aan het slachtoffer omdat deze niet in staat zou zijn te werken. Allianz wilde niet uitkeren omdat er sprake zou zijn van een hoog restitutierisico; het vermoeden dat het slachtoffer, in geval van onterechte uitkering, niet in staat zal zijn om het ontvangen geld in de toekomst terug te betalen.
Wat zijn de feiten?
Een man is zelfstandige en werkt als metselaar/voeger. Op 1 juli 2021 is hij betrokken bij een verkeersongeval, waarbij hij van achteren is aangereden door een verzekerde van Allianz. Hij heeft zich diezelfde dag gemeld bij zijn huisarts met borst- en nekklachten en per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd. Op de spoedeisende hulp zijn geen bijzonderheden geconstateerd.
Allianz heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Zij heeft in augustus 2021 als voorschot € 2.190,08 en € 459,29 vergoed aan zaakschade en € 2.500,00 aan verlies verdienvermogen.
In augustus dat jaar gaat de man op vakantie naar Turkije. Wegens aanhoudende klachten heeft hij zich daar in het ziekenhuis laten onderzoeken. Met behulp van een MRI-scan wordt een nekhernia vastgesteld.
In het najaar van 2021 heeft Allianz als voorschot in totaal € 15.000 aan de man betaald.
Kort geding
Op 17 februari 2022 heeft de man Allianz in kort geding gedagvaard voor de rechtbank en een voorschot op vergoeding van verlies aan verdienvermogen gevorderd. In aanloop naar de mondelinge behandeling heeft Allianz een voorschot van € 15.000 betaald. De mondelinge behandeling heeft op 8 maart 2022 plaatsgevonden. Beide partijen treffen ter plekke een minnelijke regeling (uitleg). Het proces-verbaal van de zitting luidt als volgt:
- De man zal binnen twee weken na heden aan Allianz een voorstel doen voor een neuroloog en de vraagstelling aan deze neuroloog;
- De medisch adviseur van Allianz zal binnen twee weken laten weten of hij hiermee kan instemmen;
- Bij een verschil van inzicht hierover zullen partijen ernaar streven om tot een oplossing te komen, zodat het medisch expertisetraject (LINK) kan worden opgestart;
- Allianz zal de man vanaf heden tot aan 1 juni 2022 een bedrag van € 3.000,- per maand betalen aan nadere bevoorschotting.
Vervolg op kort geding
Per e-mail heeft de advocaat van de man op 24 maart ’22 aan de advocaat van Allianz én aan de door Allianz ingeschakelde schade-expert Dekra een voorstel gedaan voor de te benoemen neuroloog en de aan de neuroloog te stellen vragen. De man heeft op 29 maart, 10 mei en 30 mei via e-mail de behandelaar bij Dekra herhaald om reactie gevraagd. Op 3 juni ’22 antwoordt deze dat hij het voorlegt aan Allianz.
Op 8 september ’22 dient Allianz een verzoekschrift ‘voorlopig deskundigenbericht’ in bij de rechtbank met het verzoek een voorlopig neurologisch deskundigenonderzoek uit te laten voeren naar het causaal verband tussen het ongeval en de klachten van de man.
Het geschil
De man vordert Allianz tot betaling van € 38.500 als voorschot op schadevergoeding en € 15.000 als voorschot op buitengerechtelijke kosten, en betaling van de proceskosten, met inbegrip van de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
De man legt hieraan ten grondslag dat hij sinds het ongeval lichamelijke (en inmiddels ook) psychische klachten heeft en dat hij daardoor niet meer kan werken en dus geen inkomsten meer heeft. Doordat Allianz is gestopt met de bevoorschotting wegens verlies aan arbeidsvermogen, kan de man zijn vaste lasten niet meer betalen en heeft hij financiële problemen gekregen. Door de houding van Allianz is er nog steeds geen deskundige benoemd.
Allianz heeft, in strijd met de op 8 maart ’22 gemaakte afspraken, pas op 6 september ’22 inhoudelijk gereageerd op de e-mail van de advocaat van de man (van 24 maart ’22) met daarin het voorstel voor de te benoemen deskundige en de vraagstelling aan die deskundige. Twee dagen later diende Allianz ineens zelf een verzoekschrift voorlopig deskundigenbericht in.
Verder stelt de man dat het al door Allianz betaalde voorschot voor buitengerechtelijke kosten niet voldoende is gebleken. Door de houding van Allianz zijn de buitengerechtelijke kosten opgelopen. Allianz vraagt steeds om informatie die de man allang heeft toegezonden. Als Allianz tijdig had gereageerd op de e-mail met betrekking tot het benoemen van een deskundige, dan was de verzoekschriftprocedure met betrekking tot het voorlopig deskundigenbericht ook niet nodig geweest.
Allianz strekt tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van de man in de proceskosten.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling
Toetsingskader:
Bij een voorziening in kort geding, bestaande uit betaling van een geldsom, is terughoudendheid gewenst. De voorzieningenrechter zal moeten onderzoeken of de vordering van de eiser aannemelijk is en daarnaast ook of er sprake is van feiten en omstandigheden die een onmiddellijke voorziening vereisen en tegelijkertijd het risico op onmogelijkheid van terugbetaling mee te nemen in het besluit.
Allianz heeft de aansprakelijkheid erkend voor de door de man geleden en te lijden schade. Betwist wordt of en in welke mate er een causaal verband bestaat tussen het ongeval en de klachten en beperkingen van de man als gevolg waarvan hij arbeidsongeschikt is.
De man stelt dat zijn nekhernia en de daaruit voortvloeiende klachten het gevolg zijn van het ongeval. Voor het ongeval had hij deze klachten niet en was hij volledig aan het werk. De klachten die hij vóór het ongeval had, waren anders dan de klachten na het ongeval. Indien sprake is van pre morbide (uitleg) aanwezigheid van klachten, dan geldt dat het ongeval een luxerend (uitleg) effect heeft gehad en een knik in het functioneren van de man heeft veroorzaakt. Dat pas na het ongeval somatische (uitleg) klachten ontstaan, verergeren of voortbestaan, betekent niet dat er geen causaal verband is tussen de klachten en het ongeval.
Dat pas na het ongeval somatische (uitleg) klachten ontstaan, verergeren of voortbestaan, betekent niet dat er geen causaal verband is tussen de klachten en het ongeval.
- Allianz stelt dat de nekhernia ook het gevolg kan zijn van slijtage van een tussenwervelschijf. De man had voor de aanrijding al klachten aan de linkerarm en schouder. Hij verricht bovendien al lange tijd fysiek zwaar werk en in zijn beroepsgroep komen klachten bij nek, rug en armen, door slijtage in de wervels, veel voor. Bovendien rookt de man al sinds de jaren 90 stevig wat het slijtageproces heeft kunnen versnellen.
- In januari ’22 heeft de geraadpleegde neuroloog gemeld dat de man op dat moment geen pijnlijke indruk maakte. Hij had geen last van bewegingsbeperkingen in de nek en er zijn door hem ook geen andersoortige (neurologische) afwijkingen geconstateerd. Het lijkt er daarom op dat – zoals doorgaans gebruikelijk – de nekhernia van de man door natuurlijk beloop is hersteld. De scheuren die in juni ’22 zouden zijn waargenomen in de nekwervels kunnen niet door het ongeval zijn ontstaan. Het onderzoek op de spoedeisende hulp direct na het ongeval wees uit dat er geen breuken of luxaties waren.
- Om vast te kunnen stellen of de huidige klachten van de man het gevolg zijn van het ongeval, is de volledige medische voorgeschiedenis van belang, maar daar geeft de man geen inzage in.
Er is dus onduidelijkheid over het causaal verband tussen het ongeval en de nekhernia en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Het verband tussen de gestelde schade en het ongeval staat nog niet vast en er is onvoldoende reden voor toewijzing van het door de man gevorderde voorschot van € 38.500. De voorzieningenrechter wijst een lager bedrag toe met de volgende overweging:
Wat is de overweging van de rechter?
Hoewel op dit moment niet met zekerheid kan worden gesteld dat er een causaal verband is tussen het ongeval en de beperkingen van de man, is dit causaal verband ook niet geheel onaannemelijk. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de man tot het ongeval volledig aan het werk was als metselaar/voeger en dat hij na het ongeval als gevolg van fysieke klachten volledig is uitgevallen. Doordat de man als zelfstandige werkt, heeft hij geen inkomsten meer uit arbeid. Hij heeft aannemelijk gemaakt dat hij hierdoor in financiële problemen is gekomen. De man heeft meerdere schulden waaronder een huurachterstand van 4 maanden. Allianz voert aan dat, gegeven het door de man zelf opgestelde maandelijkse uitgavenpatroon, het al betaalde voorschot voldoende zou moeten zijn. De man heeft tijdens deze zitting verklaard dat hij niet alleen zijn maandelijkse uitgaven moet betalen, maar ook schulden en bijkomende (incasso)kosten en verhogingen. Het is voldoende aannemelijk dat de man spoedeisend belang heeft bij een voorlopige voorziening.
Verder geeft de voorzieningenrechter aan dat Allianz, met betrekking tot het benoemen van een deskundige, niet voortvarend heeft gehandeld naar aanleiding van de afspraken die zijn gemaakt op 8 maart ’22. Terwijl de man al op 24 maart ’22 een voorstel voor een deskundige en de te stellen vragen heeft gedaan. Als Allianz wel snel had gehandeld dan zou op dit moment waarschijnlijk meer bekend zijn over het causaal verband.
De voorzieningenrechter wijst een aanvullend voorschot op schadevergoeding van € 25.000 toe. Het spoedeisend belang van de man weegt zwaarder dan het door Allianz gestelde restitutierisico.
Het gevorderde voorschot op buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar omdat de advocaat van de man tijdens deze zitting heeft verklaard dat hij zijn kosten nog niet declareert zodat de man op dit moment geen buitengerechtelijke kosten maakt.
Lichamelijk, geestelijk en materieel letsel kan verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.
Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!
Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.
Vestiging Arnhem
Onderlangs 1
6812 CE Arnhem
(026) 442 39 13
Vestiging Nijmegen
Kerkenbos 1021
6546 BB Nijmegen
(024) 388 66 80