Precontractuele Mededelingsplicht Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Een zelfstandige ondernemer sloot in 2018 een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij Aegon. Na zich ziek te melden wegens overspannenheid, wees Aegon dekking af. De kern van het geschil draaide om de precontractuele mededelingsplicht. Aegon stelde dat de man concentratieproblemen had moeten melden, terwijl de man betoogde dat hij alleen duidelijke diagnoses moest vermelden.

Het hof oordeelde dat de gezondheidsverklaring onduidelijk was en de man redelijkerwijs niet hoefde te begrijpen dat concentratieproblemen hieronder vielen. Het hoger beroep slaagde, en Aegon werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering en Precontractuele Mededelingsplicht

Precontractuele mededelingsplicht arbeidsongeschiktheidsverzekering

Bij de behandeling van zijn aanvraag om dekking te verlenen kwam naar voren dat de man in voorgaande jaren een paar keer bij de huisarts was geweest met vragen over zijn concentratieproblemen en ook is verwezen naar een psycholoog. Volgens Aegon had hij dit moeten melden in de gezondheidsverklaring en heeft hij, door dat niet te doen, zijn mededelingsplicht geschonden. Volgens Aegon is het verder niet goed voorstelbaar dat de man in de periode tussen het invullen van de gezondheidsverklaring en het ingaan van de verzekering geen klachten heeft gehad. Uit het verslag van de huisarts blijkt volgens Aegon dat de man signalen heeft gehad die duiden op overspannenheid.

Aegon stelt dat, als zij wel op de hoogte was geweest, dekking voor arbeidsongeschiktheid wegens psychische klachten zou zijn uitgesloten dan wel zou zijn geclausuleerd met de mogelijkheid van herbeoordeling.

De man stelt echter dat er GEEN stoornis of gebrek is vastgesteld. Hij stelt zich op het standpunt dat hij de vragen in de gezondheidsverklaring zo mocht opvatten dat alleen klachten die (na onderzoek) hebben geleid tot een diagnose en/of een behandeling gemeld hadden moeten worden. Hij betwist verder dat hij in de tussenperiode signalen heeft gehad die hij toen had moeten melden aan Aegon.

De man heeft bij de rechtbank gevorderd dat Aegon wordt veroordeeld om de overeenkomst na te komen zonder uitsluiting of clausulering van de dekking en dat de vermelding van zijn naam in het interne verwijzingsregister wordt verwijderd.

De rechtbank heeft de vorderingen van de man afgewezen. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat het in deze zaak in de eerste plaats draait om de vraag of de man had moeten begrijpen dat hij bij vraag 3 van de gezondheidsverklaring ook had moeten melden dat hij concentratieproblemen heeft of had waarmee hij in 2012 en 2013 twee keer bij de huisarts is geweest en dat hij twee keer is verwezen naar een psycholoog. Volgens de rechtbank heeft Aegon er terecht op gewezen dat er ook is gevraagd naar klachten en niet alleen naar aandoeningen en ziektes en dat duidelijk was dat consulten met de huisarts en andere behandelaars moesten worden vermeld. Als de man dat anders heeft opgevat komt dat naar het oordeel van de rechtbank voor zijn rekening. De rechtbank is verder van oordeel dat Aegon tegenover de betwisting door de man voldoende heeft aangetoond dat zij als redelijk handelend verzekeraar bij bekendheid met de klachten van de man en met zijn bezoek aan huisarts en psychologen de verzekeringsovereenkomst onder andere voorwaarden zou zijn aangegaan (en dat zij psychische ziekten zou hebben uitgesloten van dekking, met het recht op herbeoordeling na enkele jaren).

Arbeidsongeschiktheidsverzekering ZZP

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen zonder personeel (ZZP) biedt financiële bescherming aan ZZP’ers in geval van ziekte of letsel. Het dekt een deel van het inkomen, waardoor zelfstandigen hun financiële verplichtingen kunnen nakomen, zelfs als ze niet in staat zijn te werken.

Wat is een arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) biedt financiële bescherming aan zelfstandige ondernemers in geval van ziekte of letsel. Het dekt inkomensverlies en stelt ondernemers in staat hun bedrijf draaiende te houden, zelfs als ze tijdelijk niet kunnen werken.

De man gaat in hoger beroep

De bedoeling van het hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen. Bekijk HIER de gedetailleerde beschrijving zoals deze tijdens de rechtszaak is vastgelegd.

Het oordeel van het hof

De kern van het geschil tussen de man en Aegon wordt in de eerste plaats gevormd door de vraag of de man in strijd heeft gehandeld met zijn precontractuele mededelingsplicht (zoals bedoeld in artikel 7:928 lid 1 Burgerlijk wetboek). Het hof is van oordeel dat dat NIET het geval is. Het hof baseert zijn oordeel op de volgende overwegingen:

Het hof deelt het oordeel van de rechtbank dat de zaak zich op dit punt allereerst toespitst op de vraag of de man had moeten begrijpen dat hij bij vraag 3 van de gezondheidsverklaring hokje B dan wel M had moeten aankruisen. En daarbij had moeten melden dat hij in 2012, 2013 en 2016 met concentratieproblemen bij de huisarts is geweest en dat hij twee keer is verwezen naar een psycholoog.

Het hof is van oordeel dat het de man niet kan worden aangerekend dat hij hokje B – “Aandoening, ziekte of klachten van psychische aard” – niet heeft aangekruist. Het hof baseert zijn oordeel op de volgende overwegingen:

  1. Als uitgangspunt geldt dat de man op grond van artikel 7:928 lid 1 BW gehouden was om vóór het sluiten van de verzekeringsovereenkomst aan Aegon alle feiten mee te delen die hij kende of behoorde te kennen en waarvan hij naar hij wist of behoorde te begrijpen de beslissing van Aegon of, en zo ja, op welke voorwaarden zij de verzekering zou willen sluiten, afhing of kon afhangen;
  2. Indien de verzekering, zoals hier, op de grondslag van een door de verzekeraar opgestelde vragenlijst kan de verzekeraar zich er niet op beroepen dat de vragen niet zijn beantwoord of feiten waarnaar niet was gevraagd, niet zijn medegedeeld, en evenmin dat een in algemene termen vervatte vraag onvolledig is beantwoord, tenzij is gehandeld met het OPZET de verzekeraar te MISLEIDEN;
  3. Naar vaste rechtspraak geldt daarbij dat de man de vragen in de vragenlijst heeft mogen opvatten overeenkomstig de zin die HIJ aan die vragen onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht toekennen. Hierbij is de context van het totale aanvraagformulier van belang.

De grafische vorm / lay-out van het formulier werkt verwarrend

Het hof is van oordeel dat de man er terecht op wijst dat op pagina 2 van de gezondheidsverklaring (waarop de hokjes A tot en met D staan vermeld, zie detailverslag) er niet op wordt gewezen om ook “Ja” aan te kruisen als men bij een huisarts, hulpverlener of arts is geweest. Die opmerking/waarschuwing (Let op!) staat, anders dan Aegon in de conclusie van antwoord met de ingekopieerde passages suggereert, pas in de kantlijn op de VOLGENDE bladzijde. In de kantlijn naast de hokjes A tot en met D staat ALLEEN de vraag/instructie: “Heeft u een of meer van de volgende aandoeningen, ziekten, klachten en/of gebreken? Of heeft u deze gehad? Kruis dan het hokje voor de letter aan”.

Onduidelijk is waarom aan de vraag/instructie in de kantlijn bij vraag A tot aan met D NIET direct de opmerking/waarschuwing is toegevoegd dat men de hokjes OOK moet aankruisen als men in het verleden bij een huisarts, hulpverlener of arts is geweest. Door die laatste opmerking/waarschuwing pas in de kantlijn op de VOLGENDE pagina, pagina 3, te plaatsen kan op zijn minst de indruk zijn gewekt dat de hokjes A tot en met D, alleen aangekruist hoefden te worden als er sprake was of is geweest van een reële/daadwerkelijke aandoening, ziekte, klacht en/of gebrek.

Doorgaans zal men een formulier met meerdere pagina’s immers van voor naar achter invullen. Om die reden zal een aspirant-verzekerde pagina 2 in overeenstemming met de daar gegeven instructie beginnen in te vullen. Vervolgens zal deze dan pas bij het invullen van pagina 3 de opmerking/waarschuwing zien dat men de hokjes ook moet aankruisen als men bij een huisarts, hulpverlener of arts is geweest.

De stellingen van Aegon impliceren dat de aspirant-verzekerde zich DAN dient te realiseren dat de instructie op pagina 2 niet compleet was en dient te worden aangevuld met de waarschuwing op pagina 3. Dat is te veel gevraagd van een gemiddelde lezer aldus het Hof en het maakt de gezondheidsverklaring in ieder geval niet duidelijk en transparant. Als de vraag/instructie en de opmerking/waarschuwing boven het EERSTE hokje A zou zijn geplaatst, zou duidelijk zijn geweest dat de waarschuwing op alle hokjes betrekking had.

Het hof is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat de hiervoor beschreven intransparantie/onduidelijkheid van de gezondheidsverklaring niet voor rekening van de man dient te komen.

Aan het voorgaande voegt het hof nog toe dat het, los van het voorgaande, nog maar de vraag is of de man had moeten begrijpen dat concentratieproblemen beschouwd dienen te worden als “psychische klachten” als bedoeld bij hokje B. Weliswaar is de opsomming onder B niet limitatief, maar het is de vraag of de man heeft moeten begrijpen dat concentratieproblemen onder categorie B vielen.

Aegon stelt dat ook “Ja” aangekruist moet worden als men bij een huisarts, hulpverlener of arts bent geweest en dat de man, gelet op de vermelde bezoeken aan de huisarts/psycholoog, hokje M had moeten aankruisen en de vragen op de bijlage had moeten invullen.

Het hof gaat hier niet in mee:

In de eerste plaats is het, gelet op wat het hof over de onduidelijkheid van de gezondheidsverklaring heeft overwogen, de vraag of de man zich heeft moeten realiseren dat hij ook bezoeken aan de huisarts, hulpverleners en artsen diende te vermelden die NIET hebben geleid tot een diagnose en/of bevestiging van de klachten.

In de tweede plaats betreft hokje M een open vraag naar alle resterende aandoeningen, ziektes, klachten en/of gebreken. Dat betekent dat een aspirant-verzekerde ten aanzien van ALLE aandoeningen, ziekten, klachten en/of gebreken die niet onder de categorieën A tot en met L vallen, feitelijk zijn complete huisartsenjournaal bij de gezondheidsverklaring zou moeten voegen. Dat kan redelijkerwijs niet van een aspirant-verzekerde worden verwacht en deze hoeft dat redelijkerwijze ook niet in die zin te begrijpen. Redelijkerwijze heeft de man niet hoeven begrijpen dat hij onder M ook de bezoeken aan de huisarts en psychologen had moeten vermelden, waarbij hem werd verteld dat er niets aan de hand was.

Het hof voegt hieraan nog toe dat de man ter zitting heeft opgemerkt dat hij graag toestemming zou hebben gegeven aan Aegon om inzage in het huisartsenjournaal en dat hij niks te verbergen had. Aegon heeft daarop geantwoord dat zij zo’n algemene machtiging/toestemming niet mag vragen.

Tussenperiode – ondertekening overeenkomt en ingang overeenkomst

Aegon stelt dat de man tussen het invullen van de gezondheidsverklaring en het ingaan van de verzekering (de tussenperiode) klachten moet hebben gehad die hij aan haar had behoren te melden. Aegon verwijst daarbij naar het journaal van de huisarts, waarbij zij met name wijst op de passage:

“Client heeft altijd met een hoog energieniveau gewerkt (o.a.. 30 cliënten tegelijk bediend), is ws. over een grens heengegaan, heeft wel wat signalen gehad, maar was nog niet zo duidelijk. Nu is hij ertegenaan gelopen en voelt zich lamgeslagen (…)”.

De man betwist dat hij in de tussenperiode klachten had, althans dat hij zich daarvan BEWUST is geweest. De opmerking in het journaal van de huisarts van 13 juni 2018 betekent volgens de man dat hij, nadat hij was ingestort, zich met terugwerkende kracht heeft gerealiseerd dat er signalen zijn geweest die duidden op een verandering in zijn gezondheid. Het is volgens hem heel gebruikelijk dat iemand een burn-out pas herkent en onderkent als hij instort. De man verwijst op dit punt naar een actuele reclamecampagne waarin wordt gewaarschuwd dat mensen een burn-out vaak NIET voorvoelen en dat deze zich plotseling aandient.

Het hof is van oordeel dat uit het verslag van de huisarts niet zonder meer kan worden afgeleid de man voorafgaand aan zijn instorting zich bewust is geweest van de vermelde signalen. De zinsnede kan ook betekenen dat de man, zoals hij stelt, zich na zijn instorting met terugwerkende kracht heeft gerealiseerd dat er signalen zijn geweest/dat hij signalen heeft gemist. De opmerking “maar was nog niet zo duidelijk” lijkt daar ook op te wijzen.

Dat betekent dat niet kan worden aangenomen dat de man in de tussenperiode in strijd heeft gehandeld met zijn mededelingsplicht.

De conclusie: het hoger beroep slaagt

Omdat Aegon in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof Aegon veroordelen tot betaling van de proceskosten zowel in hoger beroep als bij de rechtbank. Als niet bestreden zullen ook de gevorderde nakosten worden toegewezen en ook de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten.

Lichamelijk, geestelijk en materieel letsel kan verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.

Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!

Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.

    Volledige naam

    E-mailadres

    Telefoonnummer

    Om de hoogte te bepalen van het smartengeld wordt veel gebruik gemaakt van de smarten geldwijzer. Aan de hand van een aantal vragen kunnen wij u een indicatie geven.

    Bereken het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat