Arbeidsongeval val van trap: Gewoon de trap af lopen is een alledaagse handeling. De werkgever hoeft werknemers geen instructies te geven voor het gebruik van een trap. Een val van de trap op het werk is daarom meestal een huis-, tuin- en keukenongeval. Een voorwerp de trap op of af tillen is daarentegen wel een werkzaamheid waarbij de werkgever veiligheidsmaatregelen moet treffen.
Deze recente uitspraak van de rechtbank Gelderland laat duidelijk zien waar de grens van werkgeversaansprakelijkheid ligt. De rechter wijst de vordering uiteindelijk af. Voor de beoordeling is volgens de rechter onder andere van belang of de werknemer iets naar beneden droeg of niet. Of er sprake was van een huis-, tuin- en keukenongeval of een schending van de zorgplicht door de werkgever kan de rechter niet beoordelen zonder vast te stellen wat er precies gebeurde. Daarvoor is een getuigenverhoor nodig. Omdat een getuigenverhoor niet mogelijk is in een deelgeschilprocedure wijst de rechter de claim af.
Val van trap tijdens tillen lege doos
Twee werknemers bezorgen een bank. De bank wordt met een heftruck naar de eerste verdieping gebracht. Daar zetten de werknemers de bank in elkaar. Als de bezorgers vervolgens de lege doos naar beneden tillen, valt een van de werknemers van de trap. De werknemer stelt de werkgever aansprakelijk voor het ongeval en zijn letselschade.
Onduidelijkheid over val van trap
Voor een schadeclaim is belangrijk hoe de letselschade ontstond. Traplopen is een normale alledaagse bezigheid. De werkgever hoeft geen instructies te geven over het op- en aflopen van een trap. Het gebruik van een trap met een last (voorwerp) in de handen is wel een handeling waarvoor mogelijk veiligheidsinstructies nodig zijn:
‘Aangenomen kan worden dat [verweerder 2] haar werknemers niet schriftelijk of mondeling heeft geïnstrueerd over hoe een vaste trap af te dalen. In zijn algemeenheid kan dat ook niet van haar worden gevergd, omdat traplopen een alledaagse handeling (met een zogenaamd “huis-, tuin- en keuken”-karakter) is. Dit ligt anders indien een trap moet worden belopen met een last. Alsdan dient de werkgever te voorkomen (door het treffen van maatregelen en/of het geven van aanwijzingen) dat zijn werknemers zonder een veilig houvast met de hand lasten dragen op een trap.’
Om te beoordelen welke maatregelen de werknemer had moeten nemen, moet de toedracht worden vast gesteld. Was er sprake van onoplettendheid van de werknemer of had het ongeval voorkomen kunnen worden met veiligheidsmaatregelen.:
‘Bij de beantwoording van de vraag of [verweerder 2] haar zorgplicht is nagekomen, is (dus) van belang wat nu uiteindelijk de oorzaak van het ongeval is geweest. Is [verzoeker] , zonder dat hij de lege doos vasthield, “misgestapt” (zoals [verweerder 2] stelt en hij zelf ook in eerste instantie heeft verklaard), of had hij, met de doos in de hand, onvoldoende houvast en heeft hij (daardoor) zijn evenwicht verloren? In het eerste geval gaat het om een ongeval dat eigenlijk meer met (on)oplettendheid van [verzoeker] te maken heeft dan met het ontbreken van maatregelen en/of aanwijzingen met betrekking tot de werkzaamheden.’
Geen getuigenverhoor in deelgeschilprocedure
De rechter wijst de vordering af. Er is onvoldoende duidelijkheid over wat er precies is gebeurd. Om deze duidelijkheid te krijgen, zal waarschijnlijk een getuigenverhoor nodig zijn. In een deelgeschilprocedure is het horen van getuigen niet mogelijk. Het slachtoffer zal een gewone procedure moeten starten om alsnog een schadevergoeding af te dwingen.
Gratis letselschade advocaat inschakelen
Wij zijn bereikbaar op het nummer 0800 – 44 55 000 . U kunt ook contact opnemen door een e-mail te sturen naar info@letselschadeadvocaat.nl of door het onderstaande contactformulier in te vullen.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Gelderland 17 januari 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:497