Een vrachtwagenchauffeur raakt gewond bij een aanrijding door een heftruck op een bedrijfsterrein of een losschietende spanband. De werkgever betaalt de schade en wil deze verhalen op de verzekeraar van de heftruck, maar of de schade daadwerkelijk door een heftruckongeval is veroorzaakt, is onduidelijk.
De schade van de gewonde vrachtwagenchauffeur betaalt diens werkgever. In deze procedure eist de werkgever dat de verzekeraar van de heftruck deze de schade draagt. De rechter wijst de vordering uiteindelijk af. Er is geen bewijs dat de heftruck daadwerkelijk betrokken was bij het bedrijfsongeval. Hoe de werknemer precies gewond raakte is onduidelijk. De werkgever kan daarom niet aantonen dat de werknemer gewond raakte bij een aanrijding door de heftruck. De bezitter en verzekeraar van de heftruck zijn daarom niet aansprakelijk voor de schade.
Losschietende spanband of aanrijding met heftruck
De gewond chauffeur vraagt op een gegeven moment aan een heftruckchauffeur die aan het werk is op het bedrijventerrein om even te helpen. Als de heftruckchauffeur weer instapt en wegrijdt, ziet hij de vrachtwagenchauffeur gewond op de grond liggen. Het slachtoffer herinnert zich niets van het ongeval. De man heeft onder andere letsel aan de zijkant en aan de achterkant van zijn hoofd. Aannemelijk is dat de man iets tegen zijn hoofd kreeg en vervolgens op zijn hoofd viel. De vrachtwagenchauffeur was bezig met het vastzetten van de lading met spanbanden. Het letsel van de chauffeur kan ontstaan zijn door een aanrijding met de heftruck, maar ook door het losschieten van een spanband.
Onduidelijkheid over toedracht heftruck ongeval
Werkgevers melden ernstige bedrijfsongevallen bij de Arbeidsinspectie. Waarna een onderzoek volgt. De arbeidsinspectie onderzoekt onder andere op welke wijze de werknemer gewond raakte. Op de heftruck waren geen sporen zichtbaar van een aanrijding. De arbeidsinspectie concludeert daarom dat onduidelijk is wat er precies is gebeurd:
‘Uit het VOA-rapport volgt dat aan de heftruck geen schade is geconstateerd en dat geen enkel spoor is aangetroffen dat duidde op enig contact met het slachtoffer. Op grond van het VOA-rapport van de politie en de afgelegde verklaringen van [naam 1] en [naam 2] kort na het ongeval in 2017, heeft de Arbeidsinspectie de toedracht van het ongeval niet kunnen vaststellen en evenmin ongevalsscenario’s kunnen uitsluiten.’
Geen bewijs dat heftruck betrokken was bij ongeval
De rechter concludeert dat niet vast staat hoe de chauffeur gewond raakte. De aansprakelijkheid van de bezitter en bestuurder van de heftruck is daarom niet aangetoond en de vordering wordt afgewezen:
‘Uit deze rapporten en getuigenverklaringen kan niet worden afgeleid op welke manier [slachtoffer] gewond is geraakt. Onduidelijk is gebleven of en waar hij is geraakt door de heftruck en hoe hij is gevallen. Dat er slecht zicht was vanuit de heftruck kan zo zijn, maar daaruit volgt nog niet dat [naam 1] [slachtoffer] heeft geraakt, de heftruck betrokken was bij het ongeval of dat [naam 1] een verwijt kan worden gemaakt.’
Onduidelijkheid niet in nadeel van werknemer
De bewijslast na een bedrijfsongeval ligt grotendeels bij de werkgever. De werknemer toont alleen aan dat er letsel ontstond tijdens het werk. Onduidelijkheid over het bedrijfsongeval komen over het algemeen voor rekening van de werkgever. De partijen in deze procedure zijn de werkgever van de gewonde chauffeur en de bezitter van de heftruck. Het gebrek aan duidelijkheid over het ongeval betekent in deze procedure dat de eiser onvoldoende bewijs heeft om de aansprakelijkheid van de bestuurder van de heftruck aan te tonen.
Gratis rechtshulp bij letselschade
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in om gebeld te worden.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Overijssel 1 mei 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:2396