Aansprakelijkheid werkgever voor covid besmetting

Een verpleegkundige werkt op een afdeling waar in 2021 bij het begin van de coronacrisis covid uitbreekt. Ook de verpleegkundige raakt besmet. Uiteindelijk blijkt er sprake te zijn van zogenaamde long covid. De verpleegkundige houdt dus lange tijd last van de klachten en ondervindt daardoor diverse beperkingen. In deze recente uitspraak beoordeelt de rechtbank Midden-Nederland of de werkgever aansprakelijk is voor de schade die ontstond door de (long) covid besmetting.

De rechter wijst de letselschadeclaim uiteindelijk af. De verpleegkundige toont niet aan dat er sprake is van een schending van de zorgplicht door de werkgever. Dat de verpleegkundige besmet raakte op het werk is aannemelijk. Het ziekenhuis leefde echter de destijds geldende regels na en handelde overeenkomstig wat op dat moment verstandig werd geacht.

Wanneer is een schadevergoeding mogelijk als je op het werk corona oploopt?

Om een letselschadevergoeding te krijgen voor een corona besmetting opgelopen op het werk moeten twee stappen worden doorlopen:

  1. De werknemer moet aannemelijk maken dat de covid besmetting op het werk is opgelopen;
  2. De werknemer moet aantonen dat de werkgever de zorgplicht schond. Dit betekent dat de werkgever niet alle veiligheidsmaatregelen nam die op dat moment redelijkerwijs nodig waren om corona besmetting bij de werknemer te voorkomen:

‘Een concrete vaststelling is noodzakelijk om te kunnen concluderen dat er een zorgplicht is geschonden, in tegenstelling tot de vraag of de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden (de eerste rechtsvraag). Voor die eerste rechtsvraag is namelijk een zekere mate van aannemelijkheid voldoende.´

Aansprakelijkheid werkgever voor covid besmetting, covid besmetting in de zorg, covid besmetting medische beroepen, Rechtbank Midden-Nederland 12 februari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:467

Is voldoende aannemelijk dat de covid besmetting op het werk is ontstaan?

De verpleegkundige testte positief op 3 februari 2021, nadat zij op 2 februari voor het eerst covid symptomen ondervond. In de dagen hiervoor had zij op haar werk veelvuldig contact met patiënten die later ook positief testten. De rechter vindt het daarom aannemelijk dat de besmetting op het werk is opgelopen:

‘De kantonrechter komt tot het oordeel dat op basis van de beschikbare informatie voldoende waarschijnlijk is geworden dat [eiseres] de besmetting tijdens haar werkzaamheden in het [gedaagde] heeft opgelopen. De kans dat [eiseres] bij [gedaagde] besmet is geraakt met covid-19 is namelijk veel groter geweest dan de kans dat zij in een privésituatie besmet is geraakt.’

Beoordeling zorgplicht in dit specifieke geval

De verpleegkundige heeft vier concrete verwijten aan haar werkgever wat betreft het schenden van de zorgplicht. De rechter beoordeelt deze verwijten afzonderlijk. De werknemer hoeft alleen aannemelijk te maken dat zij de besmetting opliep op haar werk. Om een schending van de zorgplicht vast te stellen, moet worden vastgesteld dat er concrete (veiligheids)maatregelen zijn die de werkgever in de gegeven situatie redelijkerwijs had moeten nemen. Achteraf verkregen inzichten mogen geen rol spelen bij het beoordelen van het handelen van de werkgever.

‘Daarbij merkt de kantonrechter op dat de zorgplichtnaleving door [gedaagde] moet worden gezien in de tijdsgeest van toen en de mogelijkheden die [gedaagde] op dat moment had. Het was wereldwijd een crisis en niemand wist wat er nodig was om deze crisis onder controle te krijgen. De kantonrechter neemt dit mee bij de beoordeling van de zorgplicht van [gedaagde] .’

Standpunten slachtoffer over covid beleid werkgever

De verpleegkundige met long covid voert vier punten aan waarop zij vindt dat de werkgever te kort is geschoten:

  • Voorafgaand aan behandelingen waarbij een mogelijkheid op besmetting bestond door vrijkomende deeltjes (aerosolvormende handelingen) werd geen PCR-test gedaan;
  • Het ziekenhuis liet aerosolvormende handelingen uitvoeren zonder oogbescherming;
  • Het ziekenhuis had moeten besluiten iedereen preventief te testen op covid;
  • Het ziekenhuis had het gebruik van FFP2-maskers moeten voorschrijven voor bepaalde handelingen.

Beoordeling van aansprakelijkheid voor covid-besmetting

De rechter loopt de door de verpleegkundige aangevoerde punten na. Daarbij kijkt de rechter naar het beleid van de werkgever, de feitelijke gang van zaken op de werkvloer en het overheidsbeleid. De rechter oordeelt dat de werkgever handelde overeenkomstig de inzichten en regels van het moment. De onderstaande overwegingen geven aan hoe de rechter daarbij ingaat op het beleid van de werkgever en de regels van de overheid:

‘Uit productie 3 bij de conclusie van antwoord blijkt dat [gedaagde] door middel van een flowchart haar medewerkers informeerde over wanneer zij bepaalde beschermingsmiddelen moesten gebruiken, zoals een oogbescherming bij aerosolvormende handelingen.’

en;

‘Ook hiervoor geldt dat in de Leidraad Persoonlijke bescherming van het FMS is beschreven wanneer men welke maskers moet dragen. Er valt niet in te zien waarom [gedaagde] anders had moeten handelen dan wat er in deze leidraad was voorgeschreven.’

Dat de werkgever iets achteraf anders of beter kon doen, levert geen schending op van de zorgplicht. Zeker in een crisis situatie is daarom van belang wat er destijds bekend was over covid:

‘[gedaagde] heeft voldoende adequaat gehandeld op het moment dat het nodig was en inzichtelijk werd wat de gevolgen waren. Dat eiseres meent dat er sneller had moeten worden gehandeld door [gedaagde] , betekent niet dat [gedaagde] op het moment van de crisis niet voldoende heeft gedaan. Zij heeft op basis van haar beleid en met de middelen en de informatie die ze op dat moment had, gehandeld om verdere besmetting te beperken.´

en;

´Dat [eiseres] meent dat het niet bezwaarlijk was om direct iedereen preventief te gaan testen, kan zo zijn, maar dat levert nog geen schending van de zorgplicht op.’

Bewijs schadeclaim covid besmetting

Een aantal door de verpleegkundige ingenomen standpunten over de feitelijke gang van zaken wordt door de rechter afgewezen vanwege het ontbreken van bewijs. Het beleid van de werkgever en de gang van zaken op de werkvloer komen niet altijd overeen. Als een werknemer en werkgever niet hetzelfde verhaal vertellen, bepaalt de rechter op grond van het bewijs wat het meest aannemelijk is. Voor een succesvolle schadeclaim is het daarom belangrijk dat u beschikt over bewijsmateriaal dat uw verhaal onderbouwt.

Bespreek uw schade met een specialist

Neem contact op. Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam

    Uw e-mailadres

    Telefoonnummer

    Onderwerp

    Uw bericht

    Bron: Rechtbank Midden-Nederland 12 februari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:467

    Heeft u recht op een letselschade vergoeding?

    Test het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat