Schadebegroting inkomensschade

Voor de schadebegroting bij inkomensschade kijken we niet alleen naar het laatst verdiende salaris, maar ook naar promoties, carrièrekansen en het toekomstige salaris. Bij arbeidsongeschiktheid berekenen we het inkomensverlies in principe tot de pensioendatum. Bij de berekening kan rekening worden gehouden met toekomstige carrièrekansen en het hogere salaris dat hiermee samenhangt.

Een recente uitspraak van het gerechtshof Den Bosch toont goed aan hoe we bij het berekenen van letselschade rekening houden met toekomstig inkomen. Voor de schadebegroting vergelijken we de daadwerkelijke situatie van het slachtoffer met een fictieve situatie zonder ongeval. Het verschil tussen het inkomen in beide situaties is de schade waarvoor het slachtoffer een vergoeding krijgt. Bij het vaststellen van het inkomen in de fictieve situatie zonder ongeval houden we ook rekening met alle redelijkerwijs te verwachten toekomstige ontwikkelingen zoals promoties en doorgroeimogelijkheden.

Schadebegroting inkomensschade

Om inkomensschade te begroten vergelijken we de daadwerkelijke situatie met een fictieve situatie. In de fictieve situatie gaan we er vanuit dat het slachtoffer nooit gewond is geraakt. Het slachtoffer moet eventueel aannemelijk maken dat er in de fictieve situatie sprake zou zijn van promoties en dus van een hoger inkomen. Aan het bewijs voor deze toekomstige promoties en carrièrekansen mogen geen hoge eisen worden gesteld. De rechter beoordeelt welke redelijke verwachtingen er zijn betreffende het carrièreverloop en het samenhangende toekomstige inkomen:

‘Voor zover het gaat om de toekomst, komt het volgens vaste rechtspraak aan op de ‘redelijke verwachtingen’ ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen.’

Schadebegroting inkomensschade, Gerechtshof 's-Hertogenbosch 20 augustus 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2625

Inkomensschade berekenen

Het slachtoffer raakt gewond bij een achteraanrijding als zij voor het stoplicht staat te wachten met haar auto. De vrouw loopt whiplashletsel op en raakt arbeidsongeschikt. Voor het ongeval volgde zij een hbo-opleiding tot fysiotherapeut met het doel om sportfysiotherapeut te worden. De rechter oordeelt dat het aannemelijk is dat de vrouw de opleiding zou afronden en als gespecialiseerd sportfysiotherapeut aan de slag zou zijn gegaan of in ieder geval in een functie met een gelijkwaardig salaris. Bij het berekenen van het verlies aan verdienvermogen zal daarom worden uitgegaan van het salaris van een gespecialiseerde sportfysiotherapeut:

‘De hypothetische situatie zonder ongeval, als meest waarschijnlijke ontwikkeling en onder het afwegen van de goede en kwade kansen, zou naar het oordeel van het hof zijn geweest dat [appellante] zou zijn gaan werken als sportfysiotherapeut vanaf het einde van de opleiding in 2007 tot aan de datum van haar pensioen.’

Gratis advies en rechtshulp

Neem contact op. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam

    Uw e-mailadres

    Telefoonnummer

    Onderwerp

    Uw bericht


    Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 20 augustus 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2625

    Om de hoogte te bepalen van het smartengeld wordt veel gebruik gemaakt van de smarten geldwijzer. Aan de hand van een aantal vragen kunnen wij u een indicatie geven.

    Bereken het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat