Verkeersongeval inhalende en afslaande fietser

Een fietser slaat linksaf terwijl een andere fietser net een inhaalmanoeuvre start. Er ontstaat een aanrijding. De afslaande fietser komt hierbij hard ten val en er ontstaat hersenletsel. Enige tijd na het ongeval overlijdt de fietser. De rechtbank Rotterdam beoordeelt in een recente uitspraak of de inhalende fietser aansprakelijk is voor de letselschade van de afslaande fietser.

Fietsers moeten richting aangeven bij het afslaan. Dit doen fietsers niet altijd, waardoor andere weggebruikers verrast kunnen worden door het afslaan. In dit geval oordeelt de rechter dat de inhalende fietser geen fouten maakten. Inhalen was ter plaatse toegestaan en niet gevaarlijk, de inhalende fietser fietste niet te hard en er bestaat geen verplichting om voor het inhalen een fietsbel te gebruiken. De inhalende fietser is daarom niet aansprakelijk voor de letselschade van het verkeersongeval.

Is inhalen ter plaatse toegestaan?

Het slachtoffer stelt dat er sprake was van een onoverzichtelijke situatie waarin inhalen gevaarlijk was. Als een handeling in het verkeer gevaar veroorzaakt dan moet een weggebruiker hiervan af zien. Als inhalen gevaar veroorzaakt, is inhalen dus niet toegestaan. Uit informatie blijkt echter dat er ter plaatse sprake was van een overzichtelijke flauwe bocht. Volgens de rechter was de situatie daarom niet onoverzichtelijk en was inhalen ter plaatse gewoon toegestaan:

‘Naar het oordeel van de rechtbank kan dus niet worden gesproken van een onoverzichtelijke situatie die op zichzelf al met zich mee brengt dat het verrichten van een inhaalmanoeuvre een gevaar zou opleveren in de zin van artikel 5 WVW, dan wel (anderszins) onzorgvuldig zou zijn.’

Verkeersongeval inhalende en afslaande fietser

Fietste de inhalende fietser te hard?

Twee getuigen schatten de snelheid van de inhalende fietser op 15km/u en 25 km/u. De inhalende fietser stelt dat hij afremde naar 20 km/u. De rechter stelt op grond van het beschikbare bewijs vast dat de inhalende fietser niet te hard reed:

‘Dit betekent dat niet vast is komen te staan dat [gedaagde] met een zodanige snelheid heeft gereden dat hij daarmee vanwege het snelheidsverschil tijdens het inhalen een gevaar als bedoeld in artikel 5 WVW heeft gecreëerd, dan wel (anderszins) onzorgvuldig heeft gehandeld.’

Moet een fietser bellen voor het inhalen?

De afslaande fietser stelt dat de inhalende fietser voor het inhalen had moeten bellen. De regels voor bellen en toeteren staan in artikel 28 RVV. Een geluidssignaal (bellen) is alleen toegestaan ter afwending van dreigend gevaar. In dit geval was er geen sprake van een dreigend gevaar. Er bestond dus ook geen verplichting om voor het inhalen te bellen:

‘Artikel 28 RVV 1990 bepaalt dat bestuurders (waaronder ook fietsers begrepen dienen te worden) slechts geluidssignalen mogen geven ter afwending van dreigend gevaar. Als er geen dreigend gevaar is, is een bestuurder dus niet verplicht om te bellen, dus bijvoorbeeld ook niet voor het verrichten van een inhaalmanoeuvre.’

Moet de inhalende fietser rekening houden met het afslaan?

Vervolgens gaat de rechter in op de voorzienbaarheid van het afslaan voor de achteropkomende fietser. De afslaande fietser keek niet om en stak geen hand uit. De rechter vindt daarom dat de achteropkomende fietser niet bedacht hoefde te zijn op het afslaan:

‘Het staat echter vast dat [naam 1] linksaf is geslagen zonder daarbij zijn hand uit te steken en/of achterom te kijken. Ook in dat opzicht kan [gedaagde] dus geen verwijt worden gemaakt.’

Rekening houden met afslaan

In andere rechtszaken over soortgelijke aanrijdingen tussen twee fietsers zien we dat de rechter niet alleen het omkijken of hand uitsteken meeneemt bij de beoordeling, maar ook kijkt naar de aannemelijkheid dat iemand afslaat. Ook een duidelijk aanwezige afslag kan daarom betekenen dat een achteropkomende fietser rekening moet houden met het afslaan van een voorganger. Dat er geen hand is uitgestoken en niet is omgekeken, betekent daarom niet altijd dat de inhalende fietser geen verwijt kan worden gemaakt.

Schakel kosteloos een letselschade advocaat in

Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Volledige naam

    E-mailadres

    Telefoonnummer


    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Rotterdam 18 september 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:9868

    Om de hoogte te bepalen van het smartengeld wordt veel gebruik gemaakt van de smarten geldwijzer. Aan de hand van een aantal vragen kunnen wij u een indicatie geven.

    Bereken het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat