Op 12 april 2017 heeft omstreeks 11.20 uur bij de kruising tussen de Buitenveldertselaan en De Boelelaan in Amsterdam een aanrijding plaatsgevonden tussen een voetganger en een tram van het Gemeentelijke Vervoersbedrijf (GVB). Als gevolg daarvan heeft de voetganger zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Zij was op het moment van het ongeval meerderjarig en studeerde aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. In dit blogbericht geef ik kort uitleg over het onderwerp: voetganger aangereden door tram.
Voordat zij de dubbele autorijbaan overstak, heeft zij gewacht totdat het verkeerslicht daarvoor op groen sprong. Toen dit gebeurde heeft zij de dubbele autorijbaan overgestoken en is zij, direct aansluitend, doorgelopen om ook de trambaan over te steken. Vanwege de van links naderende tram stond het (voetgangers)verkeerslicht op dat moment op rood. Verder waren rood knipperende waarschuwingslichten en een akoestisch signaal geactiveerd.
De wegenverkeerswet (Artikel 185 WVW) bepaalt dat de eigenaar van een motorrijtuig aansprakelijk is voor de schade die hij (of iemand voor wiens gedragingen hij aansprakelijk is) bij een verkeersongeval heeft toegebracht aan niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers, behoudens situaties van overmacht. Er is slechts sprake van overmacht indien de gemotoriseerde rechtens gezien geen enkel verwijt valt te maken ten aanzien van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen.
De gemotoriseerde moet bij het bepalen van zijn rijgedrag rekening houden met fouten van andere weggebruikers tenzij die fouten voor de gemotoriseerde zo onwaarschijnlijk waren, dat deze bij het bepalen van diens rijgedrag met die mogelijkheid naar redelijkheid geen rekening behoefde te houden.
Wanneer de eigenaar van het motorrijtuig aansprakelijk is (omdat hij zich niet op overmacht kan beroepen), maar er wel sprake is van een fout van de fietser of voetganger, zonder dat sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid, dan geldt de 50%-regel. Die regel houdt in dat de billijkheid bij de verdeling van de schade over de betrokkenen eist dat ten minste 50% van de schade ten laste van de eigenaar van het motorrijtuig wordt gebracht. Dit brengt mee dat deze eigenaar in ieder geval aansprakelijk is voor de helft van de schade van de fietser of voetganger.
De rechtbank bepaalt dat GVB geen beroep op overmacht toekomt en dat, nu het beroep op aan opzet grenzende roekeloosheid eveneens wordt gepasseerd, zij ten minste 50% van de schade van de voetganger dient te vergoeden. De toewijzing is niet alleen gelegen in het falen van het beroep op overmacht, maar ook in het feit dat aan opzet grenzende roekeloosheid van de voetganger evenmin is gebleken.
Lees het gedetailleerde verslag hier.
Ook interessant:
Lichamelijk, geestelijk en materieel letsel kan verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.
Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!
Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.
Vestiging Arnhem
Onderlangs 1
6812 CE Arnhem
(026) 442 39 13
Vestiging Nijmegen
Kerkenbos 1021
6546 BB Nijmegen
(024) 388 66 80